Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Artikel 26 Proeven op gewervelde dieren
1
Een aanvraag die vergezeld gaat van een dossier waar proeven op gewervelde dieren aan ten grondslag liggen, wordt niet in behandeling genomen tenzij de aanvrager voorafgaand aan die proeven bij het college inlichtingen heeft ingewonnen omtrent proeven op gewervelde dieren die bij een eerdere aanvraag tot toelating van een gewasbeschermingsmiddel zijn uitgevoerd.
2
Het college verstrekt de volgende informatie:
a
of de eerdere aanvraag tot een toelating heeft geleid;
b
de naam en het adres van degene op naam van wie de toelating is geregistreerd.
3
Het college maakt de identiteit van de betrokken partijen over en weer bekend, nadat hij zekerheid heeft gekregen over het voornemen tot het doen van proeven op gewervelde dieren.
4
De betrokken partijen als bedoeld in het derde lid, doen al hetgeen redelijkerwijs van hen kan worden verlangd om overeenstemming te bereiken over de uitwisseling van informatie, ten einde onnodige herhaling van proeven met gewervelde dieren te beperken.
5
Het college stelt op grond van artikel 8 regels over uitwisseling van gegevens, waaronder regels over de vergoeding te betalen door de aanvrager voor de kosten van proeven op gewervelde dieren van degenen die eerder gegevens over deze proeven hebben overgelegd.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.